zondag

Cranbrook – Spokane, maandag 11 augustus 2008 (368 km).

Vanaf nu reizen we terug naar de USA om aan het eind van de week het vliegtuig naar Amsterdam te nemen. We doen het rustig aan. Eerst nog even een hotel boeken voor vanavond; via Priceline bieden we op een driesterrenhotel in Spokane en voor $ 49,- excl. tax wordt ons bod geaccepteerd (normale prijs op de site van het hotel is ruim het dubbele) bij het Red Lion Hotel.
We maken onze laatste Canadese munten op aan krasloten; we kunnen het niet laten om af en toe toch even een gokje te wagen.
Image Hosted by ImageShack.us
Het kost nog best wat tijd om dat voor elkaar te krijgen, want ook bij krasloten heb je kans om te winnen en onze $ 4 worden er $ 6. Dus nog meer loten gekocht en nog meer krassen en nog een keer prijs. Geen grote bedragen, dus uiteindelijk vertrekken we toch zonder Canadese dollars uit Cranbrook richting Spokane.
Gisteren hebben we nog wat benzine getankt, waarmee we hopen ruim over de grens te komen. We plannen om in de USA te tanken omdat de benzine in de US ruim goedkoper is dan die in Canada. Bij de grens gekomen sluiten we achteraan in de wachtrij. Het duurt ruim een half uur voordat we eindelijk aan de beurt zijn om op te rijden tot aan het wachthuisje van de douane.
Image Hosted by ImageShack.us
En dan volgen de gebruikelijke onzinnige vragen:”waar kennen jullie elkaar van? Waarom staat haar eigen naam in haar paspoort als jullie getrouwd zijn? Wat hebben jullie gekocht in Canada?” Als we niet onmiddellijk de huurovereenkomst van de auto bij de hand hebben en Esmée aanbiedt die even uit de koffer te pakken, wordt ze bruut gecorrigeerd “Stay in the car!”
Uiteindelijk mogen we doorrijden en zijn terug in de USA.
Image Hosted by ImageShack.us
We verwachten onmiddellijk over de grens een tankstation tegen te komen, maar dat pakt anders uit. Het tankstation dat er ooit geweest is, blijkt gesloten en we rijden al een tijdje op de reserve. Het eerst volgende dorp wordt weer in mijlen aangegeven in plaats van in km, dus rekenen we uit dat dit niet goed gaat komen. Op zo’n moment ben je niet blij met de benzineslurper die we gehuurd hebben. Bij een gehucht van enkele huizen proberen we informatie te krijgen over het eerst volgende tankstation. Eerste huis, geen gehoor (wel hondengeblaf), maar verderop bij een boerenschuur loopt iemand buiten. Ik leg onze situatie uit aan deze behulpzame man die onmiddellijk in de bak van zijn pick-up duikt en er een jerrycan benzine uit haalt met de woorden “these two gallon will take you to the next pump”.
Image Hosted by ImageShack.us
En met een Royaal gebaar giet hij de jerrycan leeg in onze tank. We zijn stomverbaasd, maar ook heel dankbaar en we grijpen onmiddellijk onze portemonnee. Daar wil onze weldoener niets van weten, hij wil ons graag helpen – dat hoor je gewoon te doen – en wil daar absoluut niets voor hebben. Victor is wel benieuwd naar onze verhalen en ondertussen hebben we het over gasprijzen, de economie van Amerika en Europa en hoe hij zijn boerenbedrijf heeft op de grens van Amerika en Canada, met voldoende ruimte voor zijn vee en zijn overige activiteiten. Met een hernieuwd vertrouwen in onze medemens vervolgens we onze weg.
De rest van de reis verloopt zonder noemenswaardige incidenten, hoewel we merken dat we een scheur in onze voorruit krijgen. Eerder deze week klapte er een steentje op onze voorruit en dat begint nu een scheur te veroorzaken. We gaan ervan uit dat de ruit het tot Seattle zal houden.
We nemen onze intrek in ons hotel, gaan nog een hapje eten en besluiten de dag me nog wat nieuws van de Olympische spelen die weer echt Amerikaans worden verslagen door NBC.

Tanken: 63,05 liter
Overnachting: Red Lion Inn $ 62,= usd

0 reacties: